Het verhaal van mijn eetstoornis begint op mijn 17e. Ik heb net examen gedaan en ben ingeschreven voor een studie. We gaan met een groep van de middelbare school op vakantie. Daar ontmoette ik mijn eerste vriendje.
Ik ben onzeker over mijn uiterlijk. Dat ben ik eigenlijk al, zolang als ik me kan herinneren. Als kleuter vond ik mezelf al dik en ik wilde op de basisschool eigenlijk geen korte broeken aan, want dan zouden mensen mijn dikke benen zien. Maar ik had helemaal geen dikke benen. Die zag alleen ik.
Ik was slank. Mijn bmi was 21.
Mijn vriendje was ontzettend lief voor me en ook zijn ouders waren dat. Ik werd blij van de aandacht die ze voor me hadden. Dit was ik niet gewend. We waren pas een paar weken samen en toen maakte hij het uit. Dit was voor mij totaal onverwacht. Ik voelde me zo vreselijk alleen en verdrietig.
Ik kon van verdriet een aantal dagen niet eten. Na 5 dagen niet eten ben ik op de weegschaal gaan staan. Benieuwd of ik iets zou zijn afgevallen. Dat afvallen wilde ik al langer, maar ik had nooit echt een poging ondernomen. Tot mijn verbazing was ik zomaar 5 kilo lichter geworden in 5 dagen. Ik was hier heel blij mee.
Die avond bracht ik door met een vriendin en we aten M&M’s. Ik baalde dat ik ze opgegeten had. Ik was net zo blij dat ik 5 kilo was afgevallen. Ik had zoveel spijt dat ik naar boven ben gegaan om over te geven. Ik verbaasde me erover dat het zo makkelijk lukte.
Ik ging weer eten en de 5 kilo kwamen net zo snel terug als ze eraf gegaan waren. Daar baalde ik van. Ik nam me voor om die kilo’s heel snel en op dezelfde manier weer kwijt te raken.
Ik at weer 5 dagen niet en viel weer 5 kilo af. Dag 6 was een zaterdag. In het weekend was ik meestal bij mijn nicht. Samen aten we vaak lekkere dingen in het weekend. Op maandag zaten de 5 kilo, die ik net was afgevallen, er weer aan.
Zo ging het een paar weken. Van maandag tot en met vrijdag at ik niet en in het weekend at ik wel, waardoor mijn gewicht in een week schommelde met 5 kilo verschil.
Niet eten valt op, dus dat kon ik niet altijd. Ik hield goed verborgen dat ik niet at. En tot nu toe had niemand iets in de gaten. Als ik ’s avonds aan tafel zat, at ik mee. Ik at weinig en kwam vaak met een smoes weg.
Na een poos was ik bang dat het op zou vallen, dus besloot ik lekker te eten en daarna over te geven. Dat deed ik. Dat werd mijn nieuwe patroon. Van maandag tot en met vrijdag at ik alleen ’s avonds en na het eten ging ik overgeven.
Na een paar weken bedacht ik, dat ik voor het overgeven nog best iets lekkers kon eten. Ik zou immers toch gaan overgeven. Het ene koekje dat ik de eerste avond at, veranderde binnen 3 weken in een pak koekjes, een zak chips, 2 handen snoep en wat er nog meer voor handen was. Ik kreeg eetbuien, standaard iedere avond na het eten.
Die eetbuien werden steeds erger. Ik probeerde de hele dag niet te eten, maar dat hield ik niet vol. Soms had ik wel 4 eetbuien op een dag, gevolgd door overgeven. Ik begon ook laxeerpillen te slikken in de hoop daarvan af te vallen.
Ik nam ze voor ik naar bed ging. Ik wist dat ik dan rond 3 uur wakker zou worden met vreselijke buikpijn. Maar ik had er alles voor over om af te vallen. Ik voelde mezelf dik en vond mezelf zwak dat ik het niet volhield om niet te eten.
Dit heb ik een jaar volgehouden. Mijn gewicht zakte naar een bmi van 18. Een half jaar bleef dat zo. Ik viel niet verder af door de enorme eetbuien die ik had. Met overgeven en laxeren raakte ik niet alles dat ik at weer kwijt.
Ik was net 19 geworden. Ik besloot dat ik nu écht ging afvallen. Ik zou gewoon geen eten meer doorslikken. Ik zou sterker zijn dan het eten. Dit hield ik vol. Als ik “een zwak moment” had en toch eten in mijn mond stopte, slikte ik het niet door. Ik kauwde een paar keer en spuugde het uit.
Na 2 weken at ik iedere dag nog maar een halve appel. Die appel moest wel perfect zijn. Dit was enige wat ik mezelf nog toestond om te eten. Als die appel ook maar een beetje melig was, werd ik woest. Dan gooide ik de appel weg en at die dag helemaal niets.
Ik was inmiddels gestopt met mijn studie en had geen dagbesteding. Ik ging iedere dag minimaal 3 keer alle trappen in de flat waar ik woonde op en neer. Mijn gewicht daalde snel en eind januari werd ik opgenomen.
Gelukkig! Die opname heeft mijn leven gered. Ik had een heel gevaarlijk laag gewicht en het had niet veel langer moeten duren. Ik heb een opname van 8 maanden gehad. Daarna volgde een half jaar deeltijd dagbehandeling.
Tja, en toen ik daar klaar mee was, moest ik het zelf doen. Ik kreeg een aantal keer een terugval, maar wist hier steeds zelf uit te komen. Dit ging door tot het moment dat ik mijn dochter van een paar dagen oud in mijn armen had. Toen besloot ik definitief om nooit meer terug te vallen in een eetstoornis.
Mijn eetstoornis was altijd als een lichtschakelaar. Hij stond aan of uit. Dit veranderde niet nadat mijn dochter geboren was, maar ik besloot mijn eetstoornis te negeren als mijn schakelaar aan stond.
Dit heeft nog een aantal jaar geduurd. Uiteindelijk is mijn schakelaar weggegaan. Hij is eraf, weg, en kan dus ook niet meer aan.
Vandaag kan ik vol overtuiging zeggen dat ik echt verlost ben van mijn eetstoornis. Ik weet uit ervaring dat het echt mogelijk is. Dit heeft bij mij jaren geduurd. Maar het heeft me ook veel opgeleverd.
Je moet namelijk heel sterk zijn om jezelf bijna dood te hongeren. Diezelfde power gebruik ik nog steeds als ik iets wil bereiken! Alleen laat ik het nu voor me werken en niet meer tegen me.
Als je jezelf kunt doodhongeren, dan heb je heel veel power! Met die power heb ik onder andere In Control opgezet. Ik wil namelijk ook anderen helpen om hun schakelaar te negeren, uit te zetten en uiteindelijk te verwijderen.
Copyright 2017 - IN CONTROL